De katholieken van Kerkdriel bouwden rond 1300 een kerkgebouw aan de Teisterbandstraat (op de plaats waar nu de protestantse kerk staat). Het gebouw werd opgetrokken in de Romaanse stijl. Later verscheen er op die plaats een nieuwe gotische kerk. Deze kwam aan het einde van de zestiende eeuw, ten tijde van de Reformatie, in handen van de protestanten. De Kerkdrielse katholieken werden in deze moeilijke periode bijgestaan door de pastoor van het Brabantse Alem en door de franciscanen, die vanuit hun klooster in Megen met hun bootjes geregeld de Maas overstaken. Pater Johannes Ooms was een van hen.