Historie

Na de raadsvergadering in april 1976 van de gemeenteraad in de “oude” gemeente Maasdriel waren enkele leden op het idee gekomen om een OUDHEIDKAMER op te richten voor het bewaren en in stand houden van voorwerpen, gereedschappen en dergelijke welke in vroegere tijden werden gebruikt. Door het College van Burgemeester en Wethouders werd kort daarna een commissie samengesteld met als taak oude gebruiksvoorwerpen op te slaan en in stand te houden voor het nageslacht.

Er werd naar ruimte gezocht om de voorwerpen op te slaan. Door de gedeeltelijke sloop van de oude R.K. jongensschool aan deLeijensteinstraat /Bernhardstraat en door de verbouwing van het resterende deel kwam er een fraaie ruimte voor dit doel beschikbaar. Op 30 december 1977 werd het gebouw geopend en door de Oudheidkamer in gebruik genomen. Op de foto ziet u burgemeester Pannekoek en oud burgemeester van Gils tijdens de opening.

De Nederlands Hervormde Gemeente had toegezegd het oude Sipcogebouw aan de Teisterbandstraat te zullen verhuren aan de Oudheidkamer op basis van een onderhoudsverplichting voor een periode van 10 jaar. In het huurcontract werd de bepaling opgenomen dat een lid van de Diaconie van de Hervormde Gemeente Kerkdriel als bestuurslid van de Oudheidkamer zou worden benoemd. Daarin werd voorzien en de verhuizing vanuit de Leijensteinstraat naar het voormalige schoolgebouw aan de Teisterbandstraat kon beginnen.

In januari 1985 was de klus geklaard en was de Oudheidkamer voortaan gevestigd in het pand Teisterbandstraat 38 te Kerkdriel.

Burgemeester Pannekoek en oud burgemeester van Gils

Het bestuur van de Oudheidkamer werd gevormd door een Voorzitter, Secretaris, Penningmeester en een aantal Bestuursleden. Dit werd vastgelegd in een Stichtingsakte, waarin ook de doelstelling werd beschreven. Zoals in de stichtingsakte bepaald heeft tot aan de gemeentelijke herindeling van de Bommelerwaard in 1999 er een afgevaardigde van het gemeentebestuur deel uitgemaakt van het bestuur van de Oudheidkamer.

Het bestuur van de Oudheidkamer werd gevormd door een Voorzitter, Secretaris, Penningmeester en een aantal Bestuursleden. Dit werd vastgelegd in een Stichtingsakte, waarin ook de doelstelling werd beschreven. Zoals in de stichtingsakte bepaald heeft tot aan de gemeentelijke herindeling van de Bommelerwaard in 1999 er een afgevaardigde van het gemeentebestuur deel uitgemaakt van het bestuur van de Oudheidkamer.

De verzameling groeide en groeide. Verzameld werden gereedschap uit de landbouw, visserij, timmerwerkplaats, mandenmakerij, steenfabriek, bakkerij, knopenfabriek en huishoudelijke artikelen (zoals naaimachines en een keukeninventaris). Verder het interieur van een huiskamer en kruidenierswinkel. Restanten uit kerken en kloosters, oude en gebruikte meubelen uit het voormalig gemeentehuis. En niet te vergeten …. heel veel foto’s.

Na enkele jaren, al in april 1984, waren we genoodzaakt andere ruimte te zoeken want er was veel aanbod van objecten op allerlei gebied. Bij het opruimen van schuren en zolders kwamen mensen veel spullen tegen. Dan werd er gezegd: “zonde om weg te gooien, misschien iets voor de Oudheidkamer”. Het bestuur kon moeilijk “nee” zeggen en stapelde het artikel maar weer op bij de voorraad. De voormalige Protestants Christelijke School kreeg in die tijd een nieuw onderkomen te weten “De Regenboog”.

De Nederlands Hervormde Gemeente had toegezegd het oude Sipcogebouw aan de Teisterbandstraat te zullen verhuren aan de Oudheidkamer op basis van een onderhoudsverplichting voor een periode van 10 jaar. In het huurcontract werd de bepaling opgenomen dat een lid van de Diaconie van de Hervormde Gemeente Kerkdriel als bestuurslid van de Oudheidkamer zou worden benoemd. Daarin werd voorzien en de verhuizing vanuit de Leijensteinstraat naar het voormalige schoolgebouw aan de Teisterbandstraat kon beginnen.

In januari 1985 was de klus geklaard en was de Oudheidkamer voortaan gevestigd in het pand Teisterbandstraat 38 te Kerkdriel.

Na de periode van 10 jaar werd in januari 1995 het schoolgebouw, de loods, de garage en een bouwperceel aangekocht. De overdracht vond plaats in economisch eigendom. Het bouwperceel werd door middel van inschrijving verkocht.

In mei 2002 werd op het braakliggend terrein naast de garage de wagenloods gebouwd. De garage werd ingericht als expositieruimte voor o.a. landbouw-, visserij- en timmergereedschap en voorwerpen uit de steenfabrieken en mandenmakerijen.

In april 1999 heeft er een naamswijziging plaats gehad. Van Oudheidkamer naar Driels Oudheidkundig Museum.

In de akte van 19 augustus 2003 is de naam, op advies van Stichting Gelders Erfgoed, opnieuw gewijzigd. Nu in DRIELS MUSEUM.

GEREGISTREERD MUSEUM

Op 2 maart 2007 is door het bestuur van de Stichting Het Nederlands Museumregister het certificaat GEREGISTREERD MUSEUM verleend aan ons museum.

Na enkele jaren noeste arbeid van ons bestuur en de vrijwilligers om aan alle gestelde eisen te kunnen voldoen zijn wij beretrots op dit resultaat. Op 5 november 2003 werd het Driels Museum voorlopig geregistreerd. Toen is een begin gemaakt met het werk om het gebouw, de collectieregistratie en de deskundigheidsgraad van medewerkers op het vereiste hoge niveau te brengen. Hierbij werden wij met raad en daad bijgestaan door de Stichting Gelders Erfgoed. Van de Provincie Gelderland ontvingen wij subsidie in de kosten voor de nodige aanpassingen aan ons gebouw. Op deze plaats betuigen wij alle betrokkenen daarvoor onze grote dank. Nu wordt het zaak om dit hoge niveau te handhaven want elke vijf jaar zal worden getoetst of we het bovenstaande logo mogen blijven voeren.

Op onderstaande foto staat het trotse (bijna voltallige) bestuur. Bij het maken van de foto waren helaas de heren Jan Buylinckx en Tonnie van Kessel niet aanwezig.

U ziet v.l.n.r. Theo van Wanrooij – Jo Lotens – Hans Beckmann – Michel Fliervoet – Michel de Bruijn – Maria te Voert – Ansfried Goesten – Greet Moors.